Dicht de concentratielekken van Mark Tichelaar

Ken je dit?
• Je dwaalt af tijdens gesprekken en taken
• Aan het eind van de pagina heb je geen idee waar de tekst over ging
• Je bent de hele dag druk, maar hebt aan het eind van de dag geen voldaan gevoel

Wanneer we geen grip op onze aandacht hebben, waaien we met alle winden mee, kost het meer tijd om ons werk te doen en neemt de stress toe. Op de lange termijn vergroot het zelfs de kans op een burn-out.

Mark Tichelaar (website) legt in zijn boek Focus AAN/UIT de vier concentratielekken uit en geeft daarbij goede en praktisch tips hoe je daar invloed op kan uitoefenen.

Focus houden doe je zo

Mark Tigchelaar onderscheidt vier ‘concentratielekken’

  1. Te weinig prikkels
  2. Te veel interne prikkels
  3. Te weinig brandstof
  4. Te veel externe prikkels

Te weinig prikkels

We denken in gemiddeld 1400 woorden per minuut. En we lezen gemiddeld 200 woorden per minuut. Dus is iets te simpel en krijgen we te weinig prikkels binnen? Dan zoeken onze hersenen er extra om die leegte op te vullen. En veel van onze taken vragen maar 20 procent van onze denkcapaciteit.

Kort door de bocht: hoe slimmer je bent, hoe sneller je afgeleid bent.’

Zo ga je om met te weinig prikkels:
• Maak de taak moeilijker. Geef jezelf bijvoorbeeld een strakke deadline, zodat je sneller moet werken
• Combineer je taak met iets simpels waarbij je niet actief hoeft na te denken. Zoals wandelen, schoonmaken of doedelen.


Te veel interne prikkels

Heb je soms het gevoel dat je hoofd veel te vol zit? Dat is ook zo. Het grootste concentratielek zit in onszelf: onze overvloed aan interne prikkels.
Volgens Tigchelaar zijn er twee manieren om daarmee om te gaan.

  • Vermijd dat je hoofd vol loopt, door minder van taak te wisselen.
  • Maak je hoofd regelmatig leeg

Elke keer als we van taak wisselen of ‘switchtasken’, krijgen we nieuwe prikkels en voelen we een rush. En dat doen we vaak: gemiddeld 566 keer per dag. Dat is elke 50 seconden. Ons brein is er verslaafd aan en als je stopt, zul je dus ook last hebben van afkickverschijnselen. Maar bijt door en je wordt beloond, want je krijgt meer gedaan en je voelt je meer voldaan op het einde van de dag.

Zo kick je af van taakwisselingen:
• Beslis wat je niet gaat doen. Laat je niet leiden door je to-dolijst. Want dan is het verleidelijk om eerst alle kleine taakjes af te vinken. Bedenk ‘s morgens: wat kan ik vandaag doen zodat ik met een voldaan gevoel naar huis ga? Zet maximaal drie taken op die lijst. En begin je dag daarmee. Olifanten eerst; )
• Bundel taken op ‘breinactiviteit’, niet op project. Bijvoorbeeld: schrijftaken in de ochtend, telefoongesprekken in de namiddag. Zoek wat het best past bij jouw energiepieken.
Zo maak je je hoofd leeg:
• Schrijf alles neer wat in je opkomt en niet te maken heeft met je huidige taak. Check die ‘verzamelbak’ minstens één keer per dag en beslis dan wat je ermee doet. Voor meer info over deze techniek check je best Getting things done (aff.) van David Allen.
• Zet een wekker om op tijd te vertrekken. Dan check je niet (onbewust) elke minuut de klok, maar kun je gewoon doorwerken tot je alarm gaat.

Te weinig brandstof

Hoe meer je werkt, hoe meer je gedaan krijgt. Toch? Nee. Vanaf een bepaald moment kost je vermoeidheid je meer dan dat die extra werktijd je oplevert. Want als je te weinig brandstof hebt, werkt je filter niet meer zo goed en komen prikkels veel harder binnen. En is het moeilijker je focus te houden.

Zo breng je je brandstof weer op peil:
• Pauzeer.
De tijd die je verliest met een pauze is kleiner dan het productiviteitsverlies als je doorwerkt. Probeer eens de Pomodoro-techniek: werken en pauzeren met een kookwekker (of een digitale timer).
– Simpele taken: 25 minuten werken, 5 minuten pauze
– Complexere taken: 90 minuten werken, 15 minuten pauze
• Pauzeer met open aandacht.
In een goede pauze neem je geen nieuwe informatie op. Je gedachten dwalen even af. Géén YouTube, Instagram of een podcast zijn dus. Voorbeelden van goede pauzes zijn uit het raam staren, een ommetje doen (zonder mobieltje of collega) of even een loopje naar de koffie o.i.d..
• Werk minder uren.
In een Stanford-onderzoek was de groep die 60 uur per week werkte 30 procent minder productief dan de groep die 40 uur werkte. “De werkdag van 8 uur is achterhaald, zegt Tigchelaar. Dat idee komt nog van de tijd dat we in de fabriek werkten. Voor denkwerk mag je al blij zijn met vier enigszins geconcentreerde uren per dag”.

Te veel externe prikkels

Werk je bijvoorbeeld in een kantoortuin?
De kans is groot dat je regelmatig uit je concentratie wordt gehaald. En dat heeft meer impact dan je denkt:
• Na een onderbreking heb je al snel 8 à 20 minuten nodig om er weer in te raken
• Gebeurt dit meerdere keren? Dan maak je gemiddeld 20 procent meer fouten
• We worden per dag gemiddeld 500 keer onderbroken
• Daardoor zitten we elke dag 1,5 tot 2 uur extra op kantoor


Met een paar duidelijke afspraken kom je al heel ver.
• Kies één kanaal voor dringende berichten. Verstuur alle andere berichten via andere kanalen.
• Laat iedereen zijn telefoon op stil zetten
• Thuiswerken: werk minstens één dag per week niet op kantoor
• Stilteblokken: spreek bijvoorbeeld af dat het elke dag tussen 10 en 12 uur stil is.

Deze laatste concentratielek kan je natuurlijk niet op je eentje oplossen. Daarvoor moet je afstemmen met je collega’s.


Nog niet genoeg van deze tips? Bekijk dan onderstaand filmpje:

Hoe zit het met jouw focus?

Probeerde je een tip uit? Wat werkte en wat niet? Heb je zelf nog extra tips? Laat het weten in de comments hieronder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *